Labogids klinische biologie

Eiwit dosering


Code LIS
A_TP.uri
Eenheid
mg/dl
Belangrijke informatie
    ​
Klinische achtergrond
De verhoudingen tussen de eiwitten uitgescheiden in urine zijn afhankelijk van de glomerulaire filtratie en tubulaire reabsorptie. Moleculair gewicht, lading en plasmaconcentratie bepalen de excretie van elk eiwit. Bij een normale urine wordt enkel albumine en Tamm-Horsfall eiwit (uromucoid) aangetroffen. Proteïnurie kan ontstaan op 4 manieren: 1.     Glomerulaire proteïnurie door verhoogde glomerulaire permeabiliteit, met vooral albumine en in een verder stadium ook globulines. 2.     Tubulaire proteïnurie door gestoorde tubulaire reabsorptie, waar vooral eiwitten met laag moleculair gewicht voorkomen. 3.     Overflow proteïnurie door een abnormaal verhoogde concentratie van laag moleculair gewicht eiwitten in het plasma. 4.     Postrenale proteïnurie met oorsprong in de urinaire tractus. Totaal eiwit in de urine wordt bepaald voor diagnose en opvolging van nieraandoeningen. In vele systeemziekten en metabole aandoeningen, zoals hypertensie, diabetes, lupus erythematosus, ondergaat de nier een langzame aantasting met nierinsufficiëntie als gevolg. Dit gaat vaak gepaard met een langzame toename van de proteïnurie
Principe van de test
Fotometrie (kleurstof binding)
Afname
URINE
Alternatieve monstertypes
    ​
Stabiliteit monster
3 dagen bij 4°C, 6 maand bij -20°C
Interferentie
Referentiewaarden
1.0 - 14.0 mg/dl
Doorbelwaarden
Bron referentiewaarden
​Bijsluiter kit Siemens (REF: 11097524)
Uitvoerfrequentie
24h/24h
Urgentie
Ja
TAT (turn around time)
1 h - 2 h
Toestel
Atellica Chemie
Analytisch meetbereik
5 - 250 mg/dlBij waarde > 250 mg/dl wordt staal automatisch verdund tot 460 mg/dl
Afdeling
Biochemie (BIO)
Uitvoerend labo
DoorstuurInfo
1.0 - 125.0 mg/dLBij waarde > 125.0 mg/dl wordt staal automatisch 1/4 verdund zodat het meetbereik uitbreidt tot 500.0 mg/dl  
Terugbetaling
125532